Als er dan een beetje preciezer wordt gekeken, blijkt dat enkele activiteiten worden besproken, die echter maar een klein deel van alle ondernemingsactiviteiten betreffen. Zodoende wordt een veel bredere impact gesuggereerd, dan de werkelijke impact. Dat is een vorm van greenwashing.
Omdat dit vaker voorkomt, zijn door wet- en regelgevers veel regels opgelegd. Beleggingen moeten bijvoorbeeld worden voorzien van precontractuele en periodieke informatie. De taxonomie beschrijft een lange lijst met ondernemingsactiviteiten, die als „groen“ kunnen worden aangemerkt. Bijvoorbeeld: als er geen afbreuk aan de andere doelstellingen wordt gedaan; aan technische screening-criteria wordt voldaan en minimum safeguards worden gerespecteerd. De laatste omvatten de UN-rechten van de mens, de conventie van de internationale arbeidsorganisatie en de OECD-standaarden voor goed ondernemingsbestuur.
De bedoeling blijft goed, maar het is zaak de instrumenten zo te kiezen, dat ondernemingen ze zonder externe hulp op een regelconforme manier kunnen omzetten.
Het is helemaal niet zo makkelijk om de regeltjes allemaal toe te passen en voor de gemiddelde ondernemer is het eigenlijk bijna niet te doen. Ook voor de (individuele) belegger is het niet altijd eenduidig en loopt hij een risico, als op basis van de informatie weer “groene” beleggingsproducten worden gecreëerd. De ESMA heeft daar vorig jaar al op gewezen, omdat zij nu naar de categorisering in artikel 6, 8, en 9 fondsen volgens de SFDR (Sustainability Financial Disclosure Regulation) gaat kijken.
Groen beleggen betekent ook uit een kleinere portefeuille kiezen, omdat bepaalde ondernemingen op basis van hun business model, en de daaruit voortvloeiende impact, niet als groen gelden. Daardoor ontstaat een suboptimale selectie, omdat het beste in de marktportefeuille kan worden belegd, om de meest optimale rendement risicoverhouding in de portefeuille te bereiken. Dit is één van de redenen waarom 3D beleggen opgekomen is en aan rendement en risico de dimensie “impact” is toegevoegd. Er zijn verschillende visies in de analyses of de rendementen van groene portefeuilles structureel hoger liggen, dan van portefeuilles die de marktportefeuille zo goed mogelijk afbeelden. Het lijkt erop dat de positieve verschillen op korte termijn klein zijn, terwijl op lange termijn door de beperkte tijdsreeksen nog geen definitieve uitspraken kunnen worden gedaan.
Intussen gaan er steeds meer stemmen op de taxonomie te vereenvoudigen. Het lijkt erop, dat bij alle inspanningen om vooral greenwashing tegen te gaan, de boog te veel onder spanning is gezet. De bedoeling blijft goed, maar het is zaak de instrumenten zo te kiezen, dat ondernemingen ze zonder externe hulp op een regelconforme manier kunnen omzetten. Verder is het ook van belang innovatieve oplossingen snel te kunnen omzetten, omdat de huidige regelgeving bijvoorbeeld in de bouw ook sterk kostenverhogend heeft gewerkt. Nieuwe methodes en grondstoffen worden niet makkelijk toegelaten en dat leidt tot beperkingen. Dit begint zo langzamerhand echt te knellen, omdat mensen hun levensdromen (bijvoorbeeld een eigen woning) niet meer kunnen realiseren, het realiseren van de ESG-doelstellingen inefficiënt wordt aangepakt en daarom ons allemaal op achterstand zet.
Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.