Maar de grootste uitdaging vormt misschien nog wel de uitlegbaarheid en het creëren van draagvlak bij gepensioneerden.
De meeste pensioengerechtigden zijn in de veronderstelling dat deze pensioenhervorming hen niet zal raken. Zij zijn immers al met pensioen. Maar de onrust onder deze groep zal groot zijn zodra doordringt dat dit wél het geval is. Het zal dan ook de nodige creativiteit en inspanning vragen om deze niet altijd even digitale doelgroep te bereiken en te informeren.
Bij invaren naar een flexibele regeling krijgen pensioengerechtigden de keuze tussen een vaste of een variabele uitkering. Zo heeft ook een pensioengerechtigde ook de mogelijkheid te kiezen voor zekerheid als dit beter bij hem of haar past. Althans op papier. Want dit zogenaamde shoprecht kent in praktijk de nodige hobbels. Bij shoprecht hoort immers een winkel. Maar zijn er wel marktpartijen die gepensioneerden van bijvoorbeeld 85 jaar kunnen bedienen? Want wat als een 85-jarige een vaste uitkering prefereert, waar kan zij of hij dan terecht? Binnen de keuzebegeleiding door een fonds is het niet toegestaan een gericht productaanbod te doen en dus kan het pensioenfonds de deelnemer niet actief helpen, maar moet zij doorverwijzen naar een niet-ontwikkelde markt.
De vraag is dan ook of het shoprecht voor hoge leeftijden in feite niet een dode mus is?
Maar er spelen mogelijk nog meer belemmeringen. Zo kennen veel pensioenverzekeraars minimale koopsommen. Het persoonlijke vermogen van een 85-jarige zal al snel minder zijn. Maar zelfs als het wel kan zullen hoge leeftijden worden geconfronteerd met relatief hoge eerste poliskosten met als gevolg onaantrekkelijke aanbiedingen. De vraag is dan ook of het shoprecht voor hoge leeftijden in feite niet een dode mus is? Ondertussen moet een pensioenfonds voor de transitie de keuzebegeleiding vormgeven, wetende dat dit niet voor elke deelnemers een echte keuze biedt. Behalve onrust creëert dit zeker geen draagvlak!
Een gedeeltelijke carve-out biedt de mogelijkheid om met goede afspraken een gecontroleerde collectieve overdracht te regelen voor die deelnemers die dit wensen. Ook zou het kunnen helpen als het toegestaan is om afspraken te maken met een voorkeurspartij, die elke deelnemer tenminste een fair aanbod doet. De motie Smals (nr. 118) roept op een carve-out mogelijk te maken wanneer wenselijk voor een evenwichtige overgang. Laat de minister deze handschoen oppakken en samen met de sector een oplossing zoeken voor deze deelnemers. Dode mussen creëren immers geen draagvlak!
Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.