Acht jaar eerder was in Nederland het Actuarieel Genootschap (AG) opgericht en begon het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rond die tijd met het verzamelen van statistische informatie, waaronder ontwikkelingen in de bevolking. Later werden de GBM/V sterftetafels periodiek door het AG gepubliceerd.
Het was een tijd waarin de kans om je eerste levensjaar te overleven net onder de 90% lag en de levensverwachting bij geboorte was daardoor aanzienlijk lager dan tegenwoordig. Op basis van sterftecijfers uit de periode 1896-1901 bedroeg de levensverwachting bij geboorte ongeveer 47 jaar voor mannen en 50 jaar voor vrouwen. Als je je kinderjaren wist te overleven, had je op 18-jarige leeftijd nog een resterende levensverwachting van zo’n 47 jaar; toevallig(?) kom je dan uit op een totale verwachte levensduur van 65 jaar.
Maar hoe ziet het beeld eruit als we rekening houden met de verwachte toekomstige ontwikkelingen?
De onzekerheid over wanneer je zou sterven was inderdaad groot: een 18-jarige Nederlander had 90% kans om te overlijden tussen de leeftijd van 28 en 88 jaar, een periode van 60 jaar.
We zijn inmiddels in het jaar 2024 aangekomen. Het CBS heeft de sterftecijfers over 2023 gepubliceerd en het AG haar nieuwste prognose van de sterftekansen in AG2024 gepresenteerd. Het is bekend dat de sterfte in 2023 hoger was dan verwacht op basis van de historische trend, maar de gevolgen van 125 jaar (medische) vooruitgang zijn nog steeds groot. De levensverwachting bij geboorte is bijna verdubbeld naar 80 jaar voor mannen en 83 jaar voor vrouwen, gebaseerd op de sterftecijfers in 2023. Rekening houdend met verwachte toekomstige sterfteontwikkelingen komen daar nog grofweg 10 levensjaren bij.
De hogere levensverwachting zie je ook terug in de overlevingscurve. Een 18-jarige heeft op basis van de sterftecijfers in 2023 met 90% kans een totale levensduur tussen 60 jaar en 97 jaar, wat een periode van bijna 40 jaar is. De spreiding van de sterfte en de bijbehorende onzekerheid zijn daardoor flink afgenomen. De overlevingscurve krijgt steeds meer de vorm van een rechthoek: gemiddeld bereiken steeds meer mensen een hoge leeftijd, waarna zij in een kortere periode overlijden. In het Engels noemt men dit rectangularization en in goed Nederlands heet het rectangularisatie (wat het goed zou doen bij Scrabble).
Maar hoe ziet het beeld eruit als we rekening houden met de verwachte toekomstige sterfteontwikkelingen? In de prognose van sterftekansen, zoals openomen in AG2024, is te zien dat steeds meer mensen gemiddeld een relatief hoge leeftijd zullen bereiken. In de leeftijdsgroep van 25 tot 80 jaar zijn de jaarlijkse sterfteverbeteringen op de lange termijn ongeveer 1,5% tot 2,0% per jaar. Boven de 80 jaar nemen de verwachte sterfteverbeteringen echter af met de leeftijd. Een 18-jarige in 2023 heeft volgens AG2024 met 90% kans een totale levensduur tussen 66 jaar en 103 jaar, wederom een periode van een kleine 40 jaar. Vergeleken met de waargenomen sterfte in 2023 zien we vooral een verschuiving in de overlevingscurve: steeds meer mensen zullen een hogere leeftijd bereiken, waarna ze in een vergelijkbaar tijdvenster komen te overlijden.
De onzekerheid over “wanneer we sterven” lijkt hiermee afgenomen ten opzichte van het einde van de negentiende eeuw. Toch kan deze afname de zekerheid dat we sterven nog steeds verzachten. Het zou zo maar een goede ondertitel voor een AG Prognosetafel kunnen zijn.
Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.