Vraag en aanbod wachten op elkaar

Blog •

Waar collectiviteit en solidariteit de voornaamste meerwaarde van de solidaire premieovereenkomst zouden moeten zijn, zou de flexibele premieovereenkomst zich vooral moeten onderscheiden door keuzevrijheid en maatwerk.

Vraag en aanbod wachten op elkaar

Keuze in risicoprofiel is hierbij belangrijk, maar van wellicht nog grotere invloed is de keuze tussen een vastgestelde en een variabele uitkering. Deze keuze moet, in geval van invaren naar de flexibele premieovereenkomst, niet alleen bij toekomstige pensionering worden aangeboden, maar ook aan reeds gepensioneerde deelnemers. Gegeven dat juist gepensioneerden – terecht of onterecht – vaak minder positief staan tegenover de transitie naar variabele uitkeringen, zou de keuze voor een vastgestelde uitkering voor hen aantrekkelijk kunnen zijn. Enkele pensioenfondsen bieden de vastgestelde uitkering binnen het fonds aan (of overwegen dat te gaan doen), maar in de meeste gevallen zal de keuze voor een vastgestelde uitkering de keuze voor een verzekeraar betekenen.

De huidige stand van de markt zou er echter weleens toe kunnen leiden dat die verplichte keuzemogelijkheid voor reeds gepensioneerde deelnemers er effectief helemaal niet blijkt te zijn. Weliswaar zal het fonds de keuze formeel aan moeten bieden, maar vooralsnog is het allerminst gezegd dat verzekeraars daadwerkelijk een propositie zullen hebben voor individuele (oudere) gepensioneerden die zich bij hen melden. Als er al sprake is van aanbod, dan zal dat bovendien wellicht in de vorm van een nominale uitkering zijn – zonder enige vorm van koopkrachtbehoud dus.

Als dit zo blijft, dreigt de mogelijkheid om te kiezen voor een vaste uitkering een dode letter te worden.


Als partijen deze belangrijke keuzemogelijkheid echt tot zijn recht willen laten komen, zullen verzekeraars zich daarop moeten kunnen voorbereiden. Om ze daartoe in de gelegenheid te stellen, helpt het natuurlijk als pensioenfondsen tijdig hun gedachten vormen over de vormgeving van de eenmalige keuzemogelijkheid en deze kenbaar maken bij verzekeraars. Een collectieve vormgeving (met, als de dekkingsgraad op het transitiemoment dat toestaat, een stijgende vastgestelde uitkering) lijkt me daarbij in ieders belang, maar komt alleen goed van de grond als vraag en aanbod – die er beide ontegenzeggelijk zijn - voldoende tijd hebben om elkaar te vinden.

Pensioenfondsen wachten nu af of het aanbod tot stand komt, of gaan ervan uit dat dit het geval is, terwijl verzekeraars afwachten hoe de vraag zich ontwikkelt. Als dat zo blijft, dreigt de mogelijkheid om te kiezen voor een vaste uitkering een dode letter te worden.

Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.

Over de auteur

drs. Wichert Hoekert AAG

is werkzaam bij WTW als hoofd Vaktechniek en lid van het Retirement Leadership Team.