Een van de interessante vraagstukken over Gen AI vanuit een economisch perspectief is of het leidt tot hogere economische groei. De schattingen daarover lopen uiteen van slechts 0,1 procent extra groei per jaar (Acemoglu, 2024) tot meer dan 1 procent (Goldman Sachs, 2023). Maar de meeste economen zijn het er wel over eens dat het effect van Gen AI op economische groei positief is. Maar of die groei gelijk verdeeld gaat worden is een andere vraag. De ene groep landen zou meer kunnen profiteren dan een andere groep.
Het IMF heeft een interessante index ontwikkeld die aangeeft in hoeverre landen voorbereid zijn om de vruchten te plukken van de Gen AI. Deze ‘AI Preparedness Index’3 is een combinatie van subindicatoren die onder andere aangeeft (i) wat in een land de kwaliteit is van de digitale infrastructuur, (ii) hoeveel er wordt geïnvesteerd in onderzoek en innovatie, (iii) hoe flexibel arbeidsmarkten zijn en (iv) hoeveel menselijk kapitaal er is in een economie. Opkomende landen scoren lager op deze index dan ontwikkelde landen (figuur 1). Dat komt bijvoorbeeld omdat minder mensen in opkomende landen toegang hebben tot internet en de arbeidsmarkt er minder flexibel is. Ontwikkelde landen zouden dus meer vruchten kunnen plukken van Gen AI dan opkomende landen, wat de al bestaande ongelijkheid tussen de twee groepen landen vergroot.
Lees het artikel verder onder Download.
Hoe kunstmatige intelligentie ongelijkheidheden kan vergroten
Kennisbank •
Ondanks dat er al veel over ‘Generative AI’ (Gen AI) is geschreven heeft het toch een aspect dat relatief onderbelicht is gebleven. Het kan namelijk ongelijkheden vergroten, langs meerdere kanalen. En dat heeft ook economische implicaties.
Over de auteur
dr. Raphie Hayat
is beleggingsstrateeg bij een Nederlandse verzekeraar en deeltijd docent bij de Universiteit Utrecht.