Mission creep

Blog •

Een paar weken geleden stuurde het ministerie van SZW de evaluatie van de uniforme rekenmethodiek aan de Tweede Kamer.

Mission creep

Los van de beleidsconclusies die het ministerie heeft getrokken mag, een jaar of vijf na invoering ervan, worden geconcludeerd dat de uniforme rekenmethodieken hebben voorzien in een behoefte: er wordt ruim gebruik van gemaakt. Dat is overigens wat anders dan te stellen dat ze in alle opzichten een succes zijn; een vervolg op de nu afgeronde evaluatie moet inzicht bieden in de communicatieve aspecten. Met andere woorden: hebben de scenariobedragen, en daarmee ook de uniforme rekenmethodiek, bijgedragen aan wat ermee werd beoogd? Dat doel was in de eerste plaats om deelnemers inzicht te geven in de onzekerheid en de koopkrachtbestendigheid van hun toekomstige pensioenen. Scenariobedragen berekend met de uniforme rekenmethodiek worden (onder meer) gepresenteerd in mijnpensioenoverzicht.nl, waar elke Nederlander zijn verwachte pensioenhoogte kan opzoeken.

De scenariosets die in de uniforme rekenmethodiek worden gebruikt waren, toen ze werden ingevoerd ten behoeve van de haalbaarheidstoets, bedoeld als intersubjectieve spiegel voor de eigen vooruitzichten vanuit een pensioenfonds. Daarmee waren ze tegelijkertijd uitdrukkelijk niet bedoeld voor beleidsoptimalisatie of beleidsvorming. Dat rechtvaardigt ook dat de sets in belangrijke opzichten abstraheren van de werkelijkheid. Zo wordt het beleggingsbeleid vertaald in slechts twee hoofdcategorieën (namelijk zakelijke en vastrentende waarden), waar meer verfijnde assetmodellen veel meer categorieën onderscheiden.

Er is in mijn ogen dus sprake van mission creep: een oorspronkelijk effectief middel wordt steeds ruimer ingezet voor toepassingen buiten de oorspronkelijke opzet.

Inmiddels worden zowel de rekenmethodieken als de ervoor gebruikte scenariosets gebruikt voor allerlei andere doeleinden waarvoor ze oorspronkelijk niet bedoeld waren, en waarvoor ze wellicht ook niet passend zijn. Er is in mijn ogen dus sprake van mission creep: een oorspronkelijk effectief middel wordt steeds ruimer ingezet voor toepassingen buiten de oorspronkelijke opzet. Denk daarbij aan planners, offertes, offertevergelijkingen, maar ook vergelijkingen tussen pensioenregelingen in arbeidsvoorwaardelijke context.


Dat brengt risico’s met zich mee, bijvoorbeeld als aan de uitkomsten van dergelijke berekeningen consequenties worden verbonden, zoals wijzigingen in het beleggingsbeleid of compensaties bij wijziging van een pensioenregeling. Hoe aanlokkelijk het ook is om de uniforme rekenmethodieken en de scenariosets, bijvoorbeeld vanwege de schijn van objectiviteit die ze met zich meebrengen, te gebruiken voor analyses en vergelijkingen, daarbij past voorzichtigheid en terughoudendheid. In het bijzonder horen de consequenties van modelkeuzes daarbij te worden toegelicht, ook al gaat het om een algemeen beschikbaar model dat van wetswege moet worden toegepast voor bepaalde wettelijk verplichte berekeningen. Dat geldt zelfs bij wettelijk verplichte berekeningen, maar zeker voor andersoortige toepassingen.


Aandacht voor de consequenties van modelkeuzes is vandaag de dag van belang, maar in de komende jaren des te meer. De uniforme rekenmethodieken en de scenariosets gaan over een paar jaar een rol spelen in de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel, maar ook al in de analyses die al nu plaatsvinden. In de huidige vorm van de scenariosets is daarbij bijvoorbeeld uiterst relevant dat de uitruil tussen risico en rendement onvoldoende tot uiting komt, mede door de aanpassing die DNB begin dit jaar (met goede reden en beperkt door het liggend wettelijk kader) heeft gedaan.


Meerdere doelen nastreven met één en hetzelfde instrument? De grote Rotterdamse econoom Jan Tinbergen zei het al (zij het met een heel ander doel): het is oppassen geblazen. Die waarschuwing geldt ook voor de scenariosets en de uniforme rekenmethodiek. Die hebben allicht (al zijn ook daar allerlei vraagtekens bij te plaatsen, zoals met betrekking tot de benodigde en gerealiseerde nauwkeurigheid) het doel gediend waartoe ze zijn ontworpen, maar dat wil allerminst zeggen dat ze ook bruikbaar zijn voor andere toepassingen waarvoor ze in de praktijk worden toegepast.


Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.


[1] In opdracht van het Ministerie van SZW heeft Willis Towers Watson dit onderzoek naar de uitvoeringstechnische en rekenkundige aspecten van de URM geschreven.

Over de auteur

drs. Wichert Hoekert AAG

is werkzaam bij WTW als hoofd Vaktechniek en lid van het Retirement Leadership Team.