Vijftig jaar verschillen en overeenkomsten in het actuariaat

Kennisbank •

Hij geeft een verrassend krachtige hand. De 94 jaar oude Gerard Kaatman ging al in 1988 met pensioen als actuaris en hoofd van het pensioenfonds van de Centrale Suiker Maatschappij, maar weet zich nog veel te herinneren uit zijn actuariële loopbaan.

Vijftig jaar verschillen en overeenkomsten in het actuariaat

Het interview is bij toeval ontstaan: sinds kort zit Kaatman in een zorgappartement waar Maryline Dannenburg, de vrouw van Patrick Dannenburg, werkt. Haar oog viel op een boek van dr. M. van Haaften, elementaire levensverzekeringswiskunde, uit 1943. Kaatman heeft hier in de oorlogsjaren uit gestudeerd, vertelt hij aan het begin van het interview. Hij was door zijn vader aangeraden na zijn middelbare school wiskunde te gaan studeren: dat is een studie waar je mee verder komt in de wereld.

OORLOG

En zo ging het ook. Weliswaar gooide de oorlog roet in het eten en kon Kaatman niet alle examens op tijd afleggen, maar het begin was er, evenals het vertrouwen. De jonge wiskundige kreeg na de oorlog een betrekking bij het actuarieel adviesbureau Du Saar en De Graaf en leerde het actuariële vak – wat toen nog een jaar extra studie betekende – meteen in de praktijk. Het was de tijd dat je een formularium nog met de hand uitschreef.

BELEGGEN

Vervolgens kreeg hij een baan bij de Centrale Suiker Maatschappij, waar hij het pensioenfonds moest opzetten. In totaal creëerde hij zes pensioenfondsen, voor elke fabriek die ‘Suiker’, zoals Kaatman er gemakshalve over praat, in Nederland had staan één. Als Dannenburg vraagt of er tekorten op de rendementen waren twinkelen de oogjes van Kaatman: hij was erg handig op de beurs en belegde met goede rendementen. Zelfs zo goed dat het pensioenfonds premievrij was. En er werd vanzelfsprekend ook geïndexeerd. Zo ging dat in die tijd.

Lees het interview verder onder Download.

Over de auteur

Frank Thooft

Journalist, bladmanager en eindredacteur voor De Actuaris.