We kunnen nog dieper inzoomen op deze uitkomsten. Deze zijn extra relevant nu de CSO op 4 juli 2021 heeft gecommuniceerd dat zij AG2020 nog steeds als best estimate ziet. In dit artikel grijpen wij eerst terug op de modelwijzigingen in AG2020. Vervolgens tonen wij enkele maatstaven van sterfteontwikkeling, en kijken wij hier binnen naar de verschillen tussen AG2018 en AG2020, tussen Nederland en Europa en tussen mannen en vrouwen.
De modelwijzigingen
Voor de prognosetafel AG2020 hebben we besloten om de dataset die wordt gebruikt voor de kalibratie van de Nederlandse afwijking van de Europese sterftetrend te laten beginnen in 19831. Daarnaast is door het toevoegen van een constante term in de schatting van de tijdreeks voor de Nederlandse afwijking van de Europese trend de convergentie naar nul losgelaten. Indien de data suggereert dat de tijdreeks voor de afwijking een bepaalde constante kent, wordt deze specifiek mee geschat. Merk op dat de aanname dat de Nederlandse sterfte convergeert naar de Europese sterfte in trend op de lange termijn nog steeds opgaat. Deze aanpassing maakt het echter mogelijk dat de Nederlandse afwijking van de Europese trend naar een andere waarde convergeert dan gemiddeld historisch geobserveerd. Bovendien hoeft met de constante term de convergentie niet langer monotoon te zijn. Er kan bijvoorbeeld aanvankelijk sprake zijn van een toename van de verschillen tussen Nederland en Europa, die later afneemt. Maar uiteindelijk zal er sprake zijn van convergentie.
Lees het hele artikel verder onder Download.
Download
- Van AG2018 naar AG2020: een verdieping op de uitkomsten .pdf • 0,39 MB