Verzekeraars zijn in toenemende mate in staat om premies op individueel niveau te differentiëren. In het bovenstaande fictieve voorbeeld worden twee beprijzingstechnieken gebruikt. Ten eerste is er het meten van gedrag: risicovol gedrag, in de actuariële zin van het woord, leidt tot een hogere premie dan risicomijdend gedrag. Ten tweede is er sprake van een ‘loyalty penalty’: omdat de verzekeraar weet dat de verpleegkundige waarschijnlijk niet over gaat stappen, betaalt ze een hogere premie dan klanten van wie bekend is dat ze kritisch vergelijken. De verpleegkundige betaalt dus een dubbele opslag.
Differentiatie in de praktijk
Helemaal fictief is dit voorbeeld echter niet. De Financial Conduct Authority en de Central Bank of Ireland toonden afgelopen jaren aan dat verzekeraars in het Verenigd Koninkrijk en Ierland op basis van een schat aan data, per klant konden vaststellen hoe groot de kans was dat deze bij prolongatie zou overstappen. De klanten die waarschijnlijk niet zouden overstappen, kregen te maken met de hoogste premiestijgingen. Het verdiende geld werd vervolgens gebruikt om nieuwe klanten te lokken met lage premies – premies die dusdanig laag waren, dat concurrerende verzekeraars zich genoodzaakt voelden om ook een loyalty penalty in te voeren. Zij zagen geen andere manier om te kunnen concurreren met de kortingstarieven. De FCA heeft inmiddels maatregelen genomen om deze beprijzingstechnieken te stoppen.
Lees het hele artikel verder onder Download.