Een passend renteafdekkingsbeleid voor pensioenfondsen

Kennisbank •
Hans Staring MSc AAG RBA , Lars Koopman MSc AAG

In dit artikel komt het vraagstuk van het renteafdekkingsbeleid voor uitkeringsovereenkomsten van pensioenfondsen aan de orde. We starten breder door in te gaan hoe pensioenfondsen tot een passend beleggingsbeleid komen.

Een passend renteafdekkingsbeleid voor pensioenfondsen

Vervolgens gaan we specifiek in op het renteafdekkingsbeleid. Ten slotte doen we nog een aantal praktische aanbevelingen hoe gedragsvalkuilen kunnen worden gemitigeerd in het proces om te komen tot invulling van het beleggingsbeleid.

DRIE FUNDAMENTELE ZAKEN VOOR EEN PASSEND
BELEGGINGSBELEID

We onderscheiden drie zaken die fundamenteel zijn voor pensioenfondsen om te komen tot een passend strategisch beleggingsbeleid. Pensioenfondsen moeten eerst hun doelen, hun risicohouding en hun beleggingsovertuigingen formuleren. Pas daarna kunnen ze een passend strategisch beleggingsbeleid bepalen (Koedijk & Slager (2011), Damodaran (2012), Ang (2014), Boeijen & Vermeulen (2015)). Is één van de drie zaken niet of niet voldoende scherp geformuleerd, dan tasten pensioenfondsbestuurders als het ware in het duister.


In de praktijk zien we dat fondsen niet in alle gevallen hun beleggingsovertuigingen scherp hebben geformuleerd (Staring, 2019). Vanwege de grote impact die de rente heeft op de financiële positie van een pensioenfonds, verdient de beleggingsovertuiging ten aanzien van de rente een helderdere uitspraak dan nu in veel gevallen gebeurt. Oftewel, werk aan de winkel voor de sector! Ook zien we dat niet alle fondsen een heldere, expliciete en gekwantificeerde risicohouding hebben. Staring (2019) beveelt daarom aan om, naast de wettelijke risicohouding, ook de ‘eigen’ risicohouding (die aansluit op de doelen en beleggingsovertuigingen van het fonds) expliciet en kwantificeerbaar te maken.