“Maar dat mondt meestal uit in generieke ontziemaatregelen voor oudere werknemers. Daar ben ik op tegen. Niks ontzien.”
“Duurzame inzetbaarheid had altijd al een belangrijk thema moeten zijn”, antwoordt Beatrice van der Heijden op de voorzichtige constatering dat dit onderwerp zich mag verheugen op een groeiende interesse van werkgevers. “Maar nu pas zie je dat, door ontgroening en vergrijzing van de beroepsbevolking, duurzame inzetbaarheid een pregnantere plaats krijgt in HRM omdat mensen langer door moeten werken. Het komt dus, mijns inziens, vooral voort uit economische motieven. Ik zou graag zien dat er meer oprechte aandacht komt voor het welzijn van werknemers omdat dit uiteindelijk ook organisaties ten goede komt.”
Door fysieke en toenemende psychische gezondheidsklachten, welke zich kunnen uiten in tanende betrokkenheid en vitaliteitsverlies tot zelfs burn-out, is het voor veel mensen niet vanzelfsprekend om tot de inmiddels opgerekte AOW-leeftijd door te werken, constateert Van der Heijden. “Zeker voor lager opgeleiden die te maken hebben met zware fysieke belasting, moet je heel duidelijk proactief kijken hoe je die belastbaarheid in lijn kunt brengen met hun belastbaarheid. Daar zitten problemen. Want niet iedereen kun je opvangen in minder belastend werk. Maar ook kenniswerkers, zoals actuarissen, gaan door
toegenomen werkdruk en stress, niet altijd door tot de pensioengerechtigde leeftijd.
Lees het hele interview verder onder Download.
Download
- Duurzame inzetbaarheid blijft vaak steken in beleid .pdf • 0,18 MB