Een gesprek met de CFO van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) over arbeidsmobiliteit, drones én over veiligheid in de lucht. “Dat is ook een soort verzekering.”
Haar vader, de grondlegger van het gerenommeerde Banning advocaten, had het graag gezien. Maar nadat Marlou haar studies organisatiepsychologie en Nederlands recht had afgerond, besloot ze anders. “Mijn vader was altijd aan het werk en wist dat ik ook ambitieus was. Het werd mij duidelijk dat je in de advocatuur 24/7 aan de slag moet. Daar moest ik goed over nadenken. Vervolgens ben ik me breed gaan oriënteren.”
Het was eind jaren tachtig. Nederland stond er economisch belabberd voor en jobs waren dun gezaaid. Ook voor juristen. “Van de 125 afgestudeerde jaargenoten in het recht hadden er vijf een baan”, vervolgt Banning. “Het was een kwestie om ergens tussen te komen. Mijn vader adviseerde om, als een soort oefening, te solliciteren op een functie waar je niet meteen aan denkt. Dus meldde ik me in 1989 bij De Nederlandsche Bank met de gedachte dat dit ‘m toch niet ging worden. Niettemin kwam ik telkens een ronde verder. Ik weet nog dat ik over het Frederiksplein liep en opeens dacht: goh, misschien ga ik hier wel werken, wat een boeiend bedrijf.”
En zo geschiedde. Banning begon bij de afdeling Toezicht en maakte gedurende een kwart eeuw carrière, waarin ze meerdere DNB-divisies leidde. “Ik ging van de ene functie naar de andere. En elke keer was het weer leuk en spannend. Maar toen ik bij mijn 25-jarig dienstjubileum het bekende DNB-beeldje had gekregen en naar huis fietste, dacht ik: ‘ho, dit was nooit de bedoeling. Ik ben me niet lang daarna gaan oriënteren op een nieuwe stap’.”
Download
- De opinie van Marlou Banning .pdf • 0,28 MB