Toch bespeur ik onder collega-actuarissen een steeds grotere behoefte om meer en nieuwe dingen te gaan doen. Studenten tonen steeds meer interesse in modernere
technologieën en vanuit het werkveld nemen dergelijke opdrachten toe.
Als bestuur omarmen we deze beweging, omdat deze ontwikkelingen helpen onze waardevolle kennis en kunde ook op andere werkgebieden in te zetten en daarmee blijft ons
mooie vak aantrekkelijk voor nu en voor toekomstige generaties. Kortom, ontwikkeling van ons vak is goed en stilstand is als achteruitgang. Toch plaats ik daar in deze column graag de volgende twee kanttekeningen bij.
Technologieën zullen nooit de kernwaarde worden van een actuaris, maar kunnen wel een extra gereedschap zijn die ons ambacht weer iets verder brengt.
Allereerst denk ik dat we ervoor moeten waken dat we de actuaris niet met het badwater
weggooien. Ondanks de behoefte om te verbreden en te veranderen, is het belangrijk om niet te vergeten dat de kracht van onze beroepsgroep zit in het analytisch vermogen: het uitstijgen boven de materie en daar vervolgens kwantitatief onderbouwde adviezen over te geven. Technologieën zullen nooit de kernwaarde worden van een actuaris, maar kunnen wel een extra gereedschap zijn die ons ambacht weer iets verder brengt. Ons vak evolueert, maar wordt in de kern geen totaal ander beroep. Dus blijf bij wie je bent en maak waar mogelijk gebruik van nieuwe technologieën, of ontwikkel nieuwe werkzaamheden: met één been in het onbekende, en één been in het bekende.
Ten tweede ben ik ervan overtuigd dat mensen vooral moeten doen waar ze goed in zijn én wat ze leuk vinden, vanuit zijn of haar eigen intrinsieke motivatie. Het heeft geen zin om anderen op te leggen nieuwe of andere dingen te doen. Dan kom je namelijk uit op de vraag, ‘waarom het die twee mannen zoveel moeite kostte om dat oude vrouwtje het zebrapad over te helpen: ze wilde uiteindelijk niet naar de overkant, bleek achteraf’.
Dit betekent dat niet iedere actuaris of actuarieel analist iets anders of nieuws moet gaan doen. Er zal binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap altijd ruimte zijn voor verschillende soorten actuariële professionals. De een vindt het mooi om met nieuwe dingen bezig te zijn en de ander geniet nog dagelijks van zijn huidige werk. Het een is niet beter dan het ander. Sterker nog: de een kan niet zonder de ander. We kunnen niet morgen met z’n allen wat anders gaan doen, maar we kunnen ook niet met z’n allen blijven doen wat we vandaag doen.
Mijn oproep aan onze beroepsgroep is dan ook om begrip te tonen voor ieders individuele wensen en voorkeuren en ervoor te zorgen dat iedereen het beste uit zichzelf kan halen. Daar komen we uiteindelijk als collectief het verst mee en maakt dat ons beroep tot in lengte van dagen het mooiste beroep is!
Daan Kleinloog
Bestuurslid Pensioenen, Sterfteonderzoek, Kwaliteitszorg en PA&PR