In dit artikel behandelen we enkele belangrijke keuzes rondom het beleggingsbeleid van pensioenfondsen onder de Wtp aan de hand van vijf vragen en delen we daarbij de belangrijkste overwegingen. We raden aan om de vragen niet afzonderlijk te beantwoorden, omdat de keuzes op de verschillende thema’s elkaar beïnvloeden. Door middel van een iteratief proces kan onderzocht worden welk beleid zorgt voor de meest geschikte pensioenregeling.
Hoe wordt de return portefeuille vormgegeven?
De return portefeuille blijft ook in het nieuwe contract de belangrijkste manier om voldoende pensioenkapitaal op te bouwen. Daarnaast kan doorbeleggen in de return portefeuille na de pensioendatum bijdragen aan de koopkracht van het pensioen.
In het nieuwe stelsel is het van belang dat jongeren voldoende rendement behalen zodat in de uitkeringsfase kan worden gekozen voor een stabieler pensioen. Gepensioneerden hoeven dan in de uitkeringsfase alleen nog te beleggen om de uitkering (deels) te laten meegroeien met de inflatie. Het ligt daarom voor de hand om jongere deelnemers meer beleggingsrisico te laten nemen en gepensioneerde deelnemers minder. Dit is in lijn met de lifecycle-beleggingsmethode die momenteel op de ‘Defined Contribution’-markt gebruikelijk is. Doordat het overrendement vooral wordt gealloceerd naar niet gepensioneerde deelnemers, loopt bij een gelijkblijvende risicohouding de beleggingshorizon van de return portefeuille op. Dit betekent onder meer dat de returnportefeuille geschikter wordt voor illiquide beleggingen met een hogere rendementsverwachting. De return portefeuille kan worden vormgegeven door een mix van beleggingscategorieën te selecteren met een zo hoog mogelijke rendementsverwachting gegeven de risicohouding van de verschillende cohorten.
Lees het artikel verder onder Download.
Download
- Beleggingsbeleid vormgeven onder Wtp in vijf vragen .pdf • 0,06 MB