Vorig jaar spoorden verzekeraars 101 miljoen euro aan fraude op. Vier op de tien gestarte fraudeonderzoeken leidden tot resultaat. Een trendbreuk; jarenlang lag de verhouding op 1 op de 3. “We worden steeds effectiever in de aanpak van fraude”, is de verklaring van algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars.
Het hoogste aantal autoruitbreuken wordt gemeld in de eerste vier maanden na het afsluiten van een verzekering. Als er een nieuw topmodel smartphone wordt aangekondigd in de media raken ineens opvallend veel oudere modellen zoek. Het gedrag van de kleine verzekeringsfraudeur is soms vrij goed voorspelbaar. Tenminste, als je als verzekeringsmaatschappij over de juiste gegevens beschikt en die goed onderzoekt. Betere en toegankelijker data maken het in toenemende mate mogelijk frauduleus gedrag te achterhalen.
“Big data is zeker een van de redenen waarom we meer fraude opsporen”, zegt Richard Weurding. “Van oudsher zijn verzekeraars bezig met het analyseren van gegevens. Alleen krijgen we steeds meer data en worden we slimmer in de analyse ervan.”
Een andere reden waarom verzekeraars meer fraudezaken oplossen, is dat ze beter samenwerken. Via de referentietool van het Centraal Informatie Systeem (CIS) kunnen ze bijvoorbeeld bij andere verzekeraars informatie opvragen over verzekerden als ze fraude vermoeden. “Zo kunnen we al in de acceptatiefase fraude ontdekken. Als bijvoorbeeld een bepaalde vraag in de aanvraag opzettelijk niet wordt ingevuld of iemand een eerdere rij-ontzegging niet opgeeft, komen we daar nu sneller achter. En als een verzekerde bij andere maatschappijen opvallend claimgedrag vertoont, dan kunnen verzekeraars dat delen.”
Een andere maatregel in de strijd tegen fraudeurs is dat sinds 2016 een boete van 532 euro wordt opgelegd bij bewezen fraude. Daarmee haalt de sector een deel van de schade door fraude terug. Maar de boete dient vooral als afschrikking.
Lees het hele interview verder onder Download.
Download
- Fraude en verzekeringen .pdf • 0,43 MB
