Over Johan de Witt

Johan de Witt (24 september 1625 - 20 augustus 1672) was afkomstig uit een Dordtse regentenfamilie. In 1653 werd hij raadspensionaris van de Staten van Holland. Hiermee was hij in de 17e-eeuwse Nederlandse politiek een zeer machtig man. Bekend is de uitdrukking ‘een jongen van Jan de Witt’, waarmee het soort jongen wordt bedoeld waarop De Witt een beroep kon doen als er oorlog gevoerd moest worden.

Over Johan de Witt

Waardije van Lyf-renten naer Proportie van Los-renten

De Witt was ook een briljant wiskundige. In 1659 schreef hij "Elementa Curvarum Linearum", ’Grondbeginselen van de Kromme Lijnen' (elipsen, parabolen en hyperbolen), als bijlage bij een vertaling van René Descartes' "La Géométrie”. In 1671 verscheen zijn "Waardije van Lyf-renten naer Proportie van Los-renten". Dit laatste werk is één van de eerste boeken waarin statistiek en kansrekening worden toegepast.

Grondlegger van verzekeringswiskunde

In zijn boek vergeleek de Witt lijfrenten met ‘losrenten’. Bij een losrente leende de overheid een bedrag van een individu en betaalde vervolgens jaarlijks een rentepercentage plus een deel van de hoofdsom als aflossing, totdat het gehele bedrag was afgelost. De systematiek van De Witt was het begin van de nieuwe wetenschap der levensverzekering. Zijn werk over lijfrenten rekent men tegenwoordig tot de verzekeringswiskunde.

 

Meer informatie over het leven van Johan de Witt: nl.wikipedia.org/wiki/Johan_de_Witt