Kapitaal wordt hiermee vrijgespeeld dat kan worden ingezet voor activiteiten met een mogelijk hogere winstgevendheid. Om dit te kunnen doen moet risico-overdracht als ‘effectief’ kunnen worden aangemerkt. Immers, alleen als dit het geval is, leidt de risico-overdracht tot een vrijval van (een deel van het) vereist kapitaal onder Solvency II.
DNB heeft de afgelopen jaren uitvoerig aangegeven wat wel en niet kan worden aangemerkt als effectieve risico-overdracht en waar de (her)verzekeraar zoal op moet letten[1][2]. Voorbeelden zijn:
- index-linked langlevenswaps moeten behandeld worden als belegging en de risicomitigatie mag daardoor niet meegenomen worden in de risicomarge;
- Mass-Lapse-herverzekeringen worden niet erkend als effectieve risico-overdracht;
- belangrijke aandachtspunten in de toetsing van de risico-overdracht zijn tegenpartijrisico, basisrisico, concentratierisico en retrocessie;
- de premie die betaald wordt voor de overdracht is een afspiegeling van de hoeveelheid risico die daadwerkelijk wordt overgedragen.
EIOPA heeft eind september 2020 een consultatie uitgebracht over hetzelfde onderwerp[3]. Op zich niets nieuws onder de zon, veel onderdelen in deze consultatie komen overeen met de DNB-guidance. Eén van de doelstellingen van de EIOPA-consultatie is het creëren van een gelijk speelveld. Als een hedge in het ene land wel gebruikt kan worden om het vereist kapitaal te verlagen, kan het niet zo zijn dat de toezichthouder in een ander land dit niet toestaat. Hier wringt mogelijk de schoen, want leidt de EIOPA-consultatie wel tot een gelijk speelveld? Twee verschillen tussen de EIOPA-consultatie en DNB-guidance zijn:
Mass-Lapse-herverzekering wordt door EIOPA als expliciet voorbeeld genomen als een effectieve risicomitigerende maatregel terwijl DNB deze niet meer toestaat;
waar DNB aangeeft dat de premie een maatstaf is voor de hoeveelheid risico die wordt overgedragen, gebruikt EIOPA de vrijval in SCR als maatstaf. In een marktconsistente wereld zouden deze twee hetzelfde zijn. In de praktijk kan je je afvragen of dit inderdaad het geval is.
Je zou kunnen stellen dat – kijkend naar de EIOPA-consultatie – DNB misschien wat conservatief in de wedstrijd zit en dat de consultatie DNB niet direct dwingt tot een strengere beoordeling van de effectiviteit van een risico-overdracht.
Hoewel DNB-guidance en de EIOPA-consultatie op meerdere punten verschillen, zijn er ook overeenkomsten. Eén daarvan is dat het tijdig en voldoende betrekken van de toezichthouder kan helpen bij de beoordeling van de hedge. Vooral als het gaat om nieuwe en complexe vormen van risico-overdracht.
Uiteindelijk is het belangrijk te beseffen dat de effectiviteit van een hedge steeds meer aandacht krijgt vanuit de toezichthouder. Het terugdraaien van een hedge kan duur zijn, als het überhaupt al mogelijk is. Omdat het hedgen van risico’s essentieel is in de efficiencyslag van verzekeraars, is het essentieel te weten hoe de toezichthouder hiertegenaan kijkt en of de hedge ook daadwerkelijk (blijvend) leidt tot een verlaging in vereist kapitaal. Een proactieve benadering kan hierbij helpen. Daarom: bij enige twijfel, vraag het de toezichthouder en ga de dialoog aan.
Deze blog is op persoonlijke titel geschreven door Rik van Beers MSc AAG, lid van de Commissie ERM van het Koninklijk Actuarieel Genootschap.
[1] https://www.toezicht.dnb.nl/3/50-235667.jsp
[2] https://www.dnb.nl/nieuws/dnb-nieuwsbrieven/nieuwsbrief-verzekeren/nieuwsbrief-verzekeren-juni-2019/dnb384599.jsp
[3] De consultatie is per 24 November 2020 gesloten. Op basis van de ontvangen feedback is EIOPA voornemens een finale versie van het rapport op te stellen en deze ter goedkeuring aan te bieden aan de Board of Supervisors. https://www.eiopa.europa.eu/content/eiopa-launches-consultation-supervisory-statement-use-risk-mitigation-techniques-insurance_en